U wilt weten hoeveel uw eigen onderneming precies waard is of dit uitzoeken over een concurrent of potentieel overnamedoelwit? Of je nu een bedrijf wilt overnemen, wilt verkopen, of gewoon wilt weten hoe je bedrijf ervoor staat, een waardebepaling is op ieder moment interessant. De waardering van een bedrijf is vaak het startpunt van de onderhandelingen over de uiteindelijke prijs die wordt betaald. Er worden verschillende methoden gebruikt om de waarde van een bedrijf te bepalen.
Elk van deze methoden heeft zijn voor- en nadelen en een gewogen gemiddelde van verschillende waarderingen zal in de meeste gevallen aangewezen zijn.
Een waarderingsmethode selecteren is geen exacte wetenschap. De vermogensbenadering bijvoorbeeld houdt enkel rekening met het verleden en is dus beperkt.
De DCF-benadering houdt wel rekening met de verwachte resultaten in de toekomst maar kan dan weer leiden tot een te optimistisch beeld.
Overnamemarkt.be helpt u graag bij het informeren over verschillende waarderingsmethodes op maat van uw onderneming.
De waarderingsmethoden hieronder zijn voorbeelden van de meest gangbare. Er bestaan er nog tientallen andere! De waardering is vaak het resultaat van het gewogen gemiddelde van de toegepaste waarderingsmethoden.
De prijs die een koper bereid is te betalen, wordt beïnvloed door de marktsituatie (vraag en aanbod - marktevolutie ...), strategische en andere redenen en zal het resultaat zijn van onderhandelingen tussen de twee partijen. De uiteindelijke overnameprijs kan dus aanzienlijk afwijken van de (theoretische) waardering.
We onderscheiden 2 belangrijke uitgangspunten:
1. Waardebepaling gebaseerd op de schatting van de waarde van de activa van de onderneming
Bij een eenmanszaak volstaat het om de actuele waarde van alle bestanddelen op te tellen: grond, gebouwen, voorraden, machines, wagenpark …
Bij een vennootschap baseer je je op de balans. Eerst wordt de waarde van de activa opgeteld (de grond, gebouwen, voorraden, machines …) om daarna de schulden (aan banken, aan leveranciers, aan overheden) af te trekken. Het resultaat is:
1.1 De boekwaarde (Substantiële waarde - balanswaarde - eigen vermogen)
Deze eenvoudige methode, ook vermogensmutatiemethode genoemd, berekent het verschil tussen activa en passiva. Met andere woorden, het verschil tussen alle bezittingen (activa tegen boekwaarde) en alle schulden (passiva).
Eigen vermogen (nieuwe terminologie "inbreng") geeft slechts een algemeen beeld en in veel ondernemingen geeft het niet de werkelijke waarde aan. Voor een echte waarde in veel bedrijven dient er een correctie gemaakt van verscheidene balansposten (gebouwen, voorraden, vorderingen).
1.2 Op basis van de intrinsieke waarde
De intrinsieke waarde is gebaseerd op de reële waarde van alle activa. Dus, onroerend goed,
machines, rollend materieel en andere activa worden gewaardeerd tegen hun huidige marktwaarde.
De meerwaarde op deze activa is bij realisatie echter onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Vermits we de meerwaarde nu nog niet realiseren, spreken we van een uitgestelde of latente belasting.Het normale tarief van de vennootschapsbelasting wordt toegepast. Het verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde, verminderd met de latente belastingen, wordt behouden als een correctie op het eigen vermogen.
Financiële activa worden ook geherwaardeerd. Dit zijn participaties in andere ondernemingen. Over de winst op aandelen is (doorgaans) geen vermogenswinstbelasting verschuldigd.
Ook voor andere activa zoals voorraden moet met aandacht berekend worden. Welke methode wordt toegepast? FIFO (First In First Out) of LIFO (Last In First Out)? Zijn alle activa nog verkoopbaar? Moet er een negatieve of positieve waarde zijn? Wat is het effect op de vennootschapsbelasting? Handelsvorderingen worden ook op dezelfde manier gewaardeerd. Welke vorderingen? Zijn bepaalde vorderingen onzeker geworden?
De nettovermogenswaarde wordt verkregen door de waarde van alle activa aan te passen.
De substantiële waarde is het eigen vermogen na correctie van de aanwezige meer- of minderwaarden, gecorrigeerd voor latente of uitgestelde belastingen.
2. Waardebepaling gebaseerd op de schatting van de (toekomstige) rendementen van de onderneming
2.1 Discounted Cash Flow (DCF) methode
De discounted cash flow-methode is een van de meest gebruikte waarderingstechnieken van dit moment. Het is een methode om de materiële waarde van een bedrijf in de toekomst te berekenen.
De koper wil namelijk zijn investering terugverdienen met de toekomstige cash flow en waarde van de activa in de toekomst, in plaats van met de winsten uit het verleden.
De verkregen waarde bestaat uit de som van alle toekomstige ontvangen netto kasstromen. De verkregen waarde wordt dan verdisconteerd tot het tijdstip van overdracht.
Verdisconteren is de bewerking die wordt uitgevoerd om te bepalen hoeveel men nu moet inleggen om een bepaald bedrag te ontvangen in de toekomst. Deze bewerking wordt uitgevoerd met behulp van een verdisconteringsfactor of rentevoet.
De gewogen gemiddelde kapitaalkostenvoet (Weighted Average Cost of Capital - WACC) wordt doorgaans gebruikt als rentevoet om de discontering te berekenen.
De bepaling van de WACC is een complexe berekening die in twee delen uiteenvalt: de kapitaalkosten van de lening en de kapitaalkosten van de onderneming.
De gebruikte parameters verschillen per sector en per segment:
- OLO op lange termijn
- Rendement op beursgenoteerde beleggingen
- Sectorrisico KMO
- Risicovrij rendement
- Risicopremie
Voor de DCF methode wordt een financieel plan opgesteld voor de komende 3 - 4 of 5 jaar, waarin rekening wordt gehouden met de volgende elementen:
- Verwachte omzet en resultaten
- Investeringsbehoeften
- Geplande desinvesteringen
- De gevolgen van de groei voor de behoefte aan extra werkkapitaal
- De verkregen waarde is de ondernemingswaarde en niet de waarde van het aandeel. (Ondernemingswaarde <=> Aandelenwaarde)
Deze correctie houdt rekening met de nettokaspositie
Ondernemingswaarde + PLUS geldmiddelen en kasequivalenten
-MINUS rentedragende schulden) = Aandelenwaarde.
Deze correctie die rekening met de nettokaspositie wordt in het Engels vaak aangeduid als Cash and Debt free.
2.2 EBITDA-methode
EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortisation) is het resultaat van de onderneming vóór afschrijvingen, voorzieningen, rente en belastingen.
EBITDA geeft een goed beeld van de prestaties van de onderneming zonder rekening te houden met de financieringswijze of de belastingdruk.
EBITDA wordt aangepast voor kosten/inkomsten die niet aan de onderneming kunnen worden toegerekend Om eventuele excessen af te vlakken, wordt het gewogen gemiddelde van de aangepaste EBITDA over een periode van 3 tot 5 jaar genomen.
Deze aangepaste EBITDA wordt daarna vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de sector en het segment (Voor een kleine KMO x 3; x4; x5 ... )
De EBITDA-waardering is niet zo geschikt voor inschatting van het toekomstig potentieel. Om dit probleem gedeeltelijk op te lossen, wordt aan elk jaar wordt een wegingsfactor toegekend. In geval van een neerwaartse of opwaartse trend zal de weging hoger zijn. Er zal een hogere weging worden toegekend aan het laatste boekjaar. Voorbeeld: Gemiddelde EBITDA over 3 recentste boekjaren met weging 20%-30%-50%
2,3 EBITDA - na eliminatie van het bedrijfsvastgoed in eigendom
Wat is de opbrengstwaarde van de onderneming exclusief de waarde van het onroerend goed?
In deze benadering wordt het bedrijfsgebouw als het ware uit het bedrijf gehaald en wordt het rendement (EBITDA) aangepast met een normale huurwaarde. De afscheiding van het gebouw wordt boekhouding verwerkt als een verkoop.
Wat zijn de netto-middelen (na uitgestelde belastingen) die de onderneming binnenkomen en wat zijn de financiële schulden? Deze schulden worden afgelost met de opbrengst van de verkoop. Wij hebben nu aan de ene kant een nieuwe ondernemingswaarde (exclusief onroerend goed) en aan de andere kant een nettothesauriepositie waarmee wij deze waarde kunnen verhogen.
Vaak is het eigendom van het bedrijfsonroerend van essentieel belang voor de continuiteit van de activiteiten van de onderneming, zodat deze methode niet altijd geschikt is.
2.4 EBIT-methode
De waardering op basis van EBIT (Earnings Before Interest, Taxes) toont de kapitaalintensiteit van de onderneming. Bij de EBITDA-benadering wordt geen rekening gehouden met de investeringsbehoefte. Kapitaal (in de vorm van afschrijvingen) en rente worden niet in aanmerking genomen.
Bij de berekening van de EBIT worden de kosten van de investering opgenomen in de vorm van afschrijvingen. De financiering van deze investeringen (eigen middelen of rentedragende schulden) wordt in deze methode niet meegerekend. Wij nemen de aangepaste EBIT (na correctie voor eventuele privékosten en opbrengsten) en gebruiken een gewogen gemiddelde over 3 tot 5 jaar. Net als de EBITDA-methode geeft de EBIT-methode een waardering op basis prestaties van het verleden.
2,5 Vrije kasstroommethode
Definitie van vrije cashflow: de middelen die in de onderneming beschikbaar blijven om de overname te financieren of om de investeerder te vergoeden voor zijn inbreng. Afschrijvingen, voorzieningen en het resultaat (lopende winst/verlies na belastingen) vormen samen de cashflow of lopende brutowinst van de onderneming. Ook hier wordt de cashflow gecorrigeerd voor alle kosten/inkomsten die geen verband houden met het bedrijf.
Aangezien een overname niet moet worden terugverdiend met historische rendementen, maar met de rendementen van volgende jaren, is de grondslag voor de waardering van de overname dezelfde.
De aangepaste kasstroom voor de komende vijf jaar wordt bepaald op basis van een prognose voor de komende vijf jaar. Om de vrije cashflow te bepalen, wordt rekening gehouden met de bestaande jaarlijkse verplichtingen (aflossing van rentedragende leningen). Rentedragende verplichtingen) worden afgetrokken. Bovendien wordt een investeringsschema opgesteld en wordt de invloed van de investering op de cashflow bepaald van deze investeringen (of de invloed van de financiering van deze investeringen) op de cashflow. Het resultaat is een aangepaste vrije kasstroom waarop een factor (gebaseerd op het verwachte nettorendement op investeringen) wordt toegepast.
Deze methode geeft een beeld van de jaarlijks beschikbare middelen (vrije cashflow). Deze middelen kunnen door de overnemer worden aangewend voor de terugbetaling van zijn overnamefinanciering.
Aangezien ondernemerschap aan schommelingen onderhevig is, verdient het aanbeveling een buffer aan te leggen op de vrije kasstroom.
2.6 Netto-opbrengstmethode
De beoordeling van het nettorendement plaatst de aangepaste gewogen gemiddelde lopende winst van voorgaande jaren afgezet tegen het verwachte nettorendement op de investeringen. Hierbij zijn de volgende elementen doorslaggevend voor de rendementseis:
Verwacht rendement op een niet-risicovolle belegging over 15 jaar + risicoverhogende factoren zoals aandelenrisico, sectorrisico, individueel bedrijfsrisico, enz.
aandelenrisico, sectorrisico, individueel bedrijfsrisico en liquiditeitsrisico
Besluit
De waardebepaling is veel complexer dan het "eigen vermogen" overnemen uit de jaarrekening, toekomstige cashflows optellen of een gemiddelde ebitda vermenigvuldigen.
Overnamemarkt en haar partners kan u hierbij helpen.
Meer weten? Schrijf in op de zitdagen van Overnamemarkt
Schrijf gratis in via het inschrijvingsformulier
Graag opgave van uw naam, uw Btw-nummer, uw contactgegevens & uw vragen (ter voorbereiding)
U ontvangt daarna nog een bevestiging van uw inschrijving via mail.
De hierboven geschetste methodes geven u een idee van de verscheidenheid aan berekeningswijzen en gehanteerde principes.
Vaak wordt voorgesteld te werken met een of andere vorm van combinatie van methodes. Of een bepaalde waardebepaling geschikt is of niet zal geval per geval moeten bekeken worden. Het blijft meestal een complexe zaak en afhankelijk van het beoogde doel, doet u best een beroep op deskundige adviseur.
Als je de waarde van je bedrijf moet inschatten, laat je je het best adviseren door experts. De kmo-adviseur gebruikt daarvoor uiteenlopende waarderingsmethoden. Je krijgt van hem een duidelijk inzicht in de waardebepaling van je onderneming, en een gepersonaliseerde toelichting.
Op basis van eeen professioneel onderbouwde waardebepaling kan je:
- tijdig de voorbereidingen treffen om je onderneming overnamerijp te maken
- bij de prijsonderhandelingen beter gewapend gesprekken voeren met de overnemer
- een realistische prijs uitwerken bij een familiale overdracht
Het gespecialiseerde kmo-advies is een contractuele en betalende service. De kmo-adviseur geeft je in klare taal, zonder vakjargon, een duidelijke kijk op de waardebepaling van uw onderneming. De kostprijs hiervan bedraagt 2.500 euro exclusief btw.
Klik hier voor aanvraag waardebepaling KMO