Het toepassen van het gunsttarief in het kader van een schenking (0% schenkbelasting) of vererving (3% of 7% erfbelasting) van familiale aandelen heeft de afgelopen tijd heel wat aandacht gekregen. Dit gunstregime is bedoeld om het voortbestaan van familiebedrijven te ondersteunen en te stimuleren: op die manier wil men ondernemers aanzetten om actief na te denken over een eventuele overdracht van de aandelen bij leven. Ingeval van overlijden zouden deze dan weer aan een fiscaal gunstiger tarief kunnen worden vererfd (in vergelijking met de normale progressieve tarieven in de erfbelasting: 3% - 9% - 27%). Dit laatste in het geval er dus nog geen regeling werd voorzien bij leven.
Voorwaarden voor gunsttarief bij schenking van een familiebedrijf
Om in aanmerking te komen voor het gunstregime, moet een vennootschap kunnen aantonen dat ze een economische activiteit heeft en deze ook daadwerkelijk uitoefent.
Maar opgelet: er bestaat een wettelijk (weerlegbaar) vermoeden van afwezigheid van een economische activiteit als het balanstotaal van de vennootschap gedurende drie jaar vóór de schenking of erfenis voor meer dan de helft uit vastgoed bestaat én de personeelskosten 1,5% of minder bedragen. Zijn beide parameters cumulatief vervuld, dan word je uitgesloten van het gunstregime, tenzij je met bewijsstukken kunt aantonen dat er wél een echte economische activiteit wordt uitgeoefend.
De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) is doorgaans streng als het gaat om het leveren van dit tegenbewijs. De belastingplichtige zou volgens hen moeten kunnen aantonen dat het aanwezige vastgoed exclusief wordt aangewend in functie van de economische activiteit van de vennootschap. Van zodra er in de vennootschap vastgoed aanwezig is dat privé wordt aangewend, zou een tegenbewijs volgens VLABEL dus niet mogelijk zijn.
Rechtspraak en recente ontwikkelingen
VLABEL werd in de rechtspraak reeds meermaals teruggefloten op haar visie. Zo stelde het Hof van Beroep te Gent anno 2021 dat de wettekst nergens een onderscheid maakt op basis van de aard (privé- of bedrijfsvastgoed) van het aanwezige vastgoed bij het beoordelen van het tegenbewijs. Met andere woorden, de aanwezigheid van privévastgoed mag de toepassing van het gunstregime niet in de weg staan als je kan bewijzen dat de vennootschap daadwerkelijk een kwalificerende economische activiteit uitoefent. In 2022 oordeelde het Gentse Hof dat zelfs een vennootschap met een professionele vastgoedactiviteit kan kwalificeren als een familiale vennootschap met een reële economische activiteit, en dus in aanmerking kan komen voor het gunstregime.
Tot slot oordeelde het Grondwettelijk Hof recent (maart 2023) dat de aanwezigheid van vastgoed dat niet (volledig) ten dienste staat van een familiale vennootschap met een reële economische activiteit in principe geen belemmering vormt voor het gunstregime. De redenering hierachter: dergelijke familiale vennootschappen genereren een maatschappelijke meerwaarde vanwege hun echte economische activiteit, in tegenstelling tot zuivere patrimoniumvennootschappen en natuurlijke personen die geen familiebedrijf zijn.
Privévastgoed een probleem?
In lijn met de wettekst en recente rechtspraak kan worden gesteld dat de aanwezigheid van privévastgoed in een familiale vennootschap in principe geen belemmering vormt voor het gunstregime. Dit geldt ook als de eerder genoemde boekhoudkundige parameters (te veel vastgoed en te lage personeelskosten) cumulatief zijn vervuld, maar je bewijs kunt leveren van de aanwezigheid en uitoefening van een werkelijke economische activiteit. Als aan deze voorwaarde(n) is voldaan, kan het aanwezige privévastgoed in de vennootschap meegenieten van de gunsttarieven bij schenking of ingeval van vererving.
Het is echter belangrijk om rekening te houden met fiscale antimisbruikbepalingen. Een overdracht van privévastgoed naar de vennootschap onmiddellijk gevolgd door een schenking van aandelen zal altijd de aandacht van VLABEL trekken. Bij dergelijke handelingen zal je moeten kunnen bewijzen dat er niet-fiscale motieven aan deze handeling ten grondslag liggen.
Wil men vervolgens blijven genieten van het gunsttarief, zal men als familiale vennootschap/familiale onderneming moeten voldoen aan enkele bijkomende voorwaarden tot minstens drie jaar na de schenking.
Neem het zekere voor het onzekere
Als je zekerheid wilt over de kwalificatie van je vennootschap als een ‘familiale vennootschap’, kun je voorafgaand aan de schenking van de aandelen altijd een testattest aanvragen. VLABEL zal dan beoordelen of de vennootschap op dat moment aan alle voorwaarden voldoet om van het gunstregime te genieten. Houd er echter rekening mee dat een positief testattest slechts een indicatie is en niet automatisch leidt tot vrijstelling van schenkbelasting. Het recht op vrijstelling zal immers opnieuw worden beoordeeld op het moment van de effectieve schenking en registratie.
Auteur : Pieterjan Vanfleteren Beleggingsadviseur