Familiebedrijven zijn in België
goed voor een derde van het bruto
binnenlands product. Maar ook hier
gaat de vergrijzing hard: vier op de
tien familiebedrijven worden geleid
door een 55-plusser.
Guido Seghers van UNIZO-Overnamemarkt
ziet hoe lastig het voor
menige pater familias is om de zaak
over te dragen. ‘Wie ben je nog als
je de firma niet meer runt die je uit
de grond hebt gestampt?’
En wat als de geschikte zoon of
dochter al eigen plannen heeft of er
een totaal andere visie opna houdt?
‘Het juiste moment is voor elk
bedrijf anders’, zegt Jozef Lievens
van het Instituut voor het Familiebedrijf.
‘Ik ken zeventigers met
meer vitaliteit dan sommige jonge
ondernemers. Maar communicatie
is cruciaal. Veel families zijn niet
goed in moeilijke gesprekken.’
‘Hou de
echtgenotes
erbuiten’
FOTODOCUMENT
Thuis bij familiebedrijven
Door CATHERINE VUYLSTEKE, foto’s DEBBIE TERMONIA
KATHLEEN
CLAES (41)
ceo van
The JAVA Coffee
Company NV
Rotselaar,
40 werknemers
‘Mijn overgrootmoeder ver -
kocht in de jaren twintig
koloniale waren. In 1935
volgde de eerste koffiebranderij
en later bouwden mijn
vader en zijn drie broers
een groot distributiebedrijf
uit dat zich focuste op
ziekenhuizen, rusthuizen en
scholen. Ik was er als kind
al bij betrokken, dan mocht
ik helpen tijdens de vakantie.
Toen mijn vader de firma
veertien jaar geleden overnam,
ging mijn broer er
werken. Ik stond toen in het
onderwijs, maar daar was ik
op uitgekeken.
In 2009 ben ik bij de sales
begonnen, met mijn broer
als baas. Niet simpel, maar
zo kon ik mezelf bewijzen.
Alleen, hoe moest het verder?
Zouden we de voeding aanhouden
of alleen de koffie?
En wie werd de nieuwe ceo?
Die ambitie hadden mijn
broer en ik allebei. Mijn vader
maakte het niets uit, zolang
wij gelukkig waren en
het bedrijf gezond. Er werd
met externe consultants een
traject opgestart, tot mijn
broer totaal onverwachts
meedeelde dat hij zijn eigen
weg wilde gaan. Uiteindelijk
vonden we voor de food -
afdeling een externe overnemer
en ging ik Java Coffee
leiden. Het eerste jaar was
niet makkelijk. Ik leer nu
om los te laten, met de hulp
van erg betrokken mede -
werkers.’
DIETMAR
LENS (55)
CARWASH Lens
Boortmeerbeek,
6 externe
werknemers
‘28 jaar geleden heb ik
de zaak opgestart. Als je
dan toch zo maniakaal
vaak je eigen auto poetst,
waarom er dan niet je
beroep van maken? Het
heeft me nooit gespeten
en mijn kinderen zijn erin
gegroeid. De oudste zoon
(21) hield niet erg van
studeren. Zo gauw hij kon,
kwam hij meewerken. De
tweeling (19) zag hoe hij
zich ontplooide en wilde
er ook graag bij. Mijn
zonen kunnen het goed
met elkaar vinden en hebben
elk een eigen functie.
Hoelang ik dit nog wil
blijven doen? Tot ik het
niet meer kan, want dit
is mijn lust en mijn leven.
Wat niet wil zeggen dat
ik niet naar hen luister.
Als ik hun ideeën goed
vind, voeren we ze ook
uit.
Het doet me plezier te
zien hoe ver we het hebben
geschopt. We hebben net
grote investeringen gedaan
in water zuivering
en zonnepanelen, en de
milieuvergunning is voor
20 jaar hernieuwd.
De zaak is netjes in
drieën gedeeld, dat moet
lukken. Wel geef ik mijn
zonen de raad om hun
latere echtgenotes erbuiten
te houden. Dat brengt
immers moeilijkheden.
Als ze als team werken en
de problemen uitpraten,
komen ze er vast wel uit.’
JOHAN NOYEN (57)
ceo van
Vleeswaren Noyen
Evergem,
35 werknemers
‘Ons familiebedrijf ging in
1923 van start toen Julien
Noyen de ‘Boucherie du
Nord’ in Gent overnam.
In mijn jeugd heb ik geen
ogenblik gedacht aan een
carrière in het bedrijf.
Mijn broer had een slagers -
opleiding gevolgd, ik was
burgerlijk ingenieur. Ik
verhuisde met vrouw
en twee kinderen naar
Malmédy, maar keerde al
na een jaar terug. Ik vroeg
pa of ik wat kon helpen
in afwachting van een
nieuwe baan. Admini -
stratie, kostprijsberekening,
dat soort dingen.
Enkele maanden later
vroeg hij plots of mijn
broer en ik het niet wilden
overnemen. We dachten:
de ouwe is het beu, maar
hij was pas 54. “Hier is
de kassa, ik zit boven als
je me nodig hebt”, zei pa,
en hij heeft zich nooit
meer ongevraagd bemoeid.
Ondertussen zijn mijn
zoon en twee neefjes in
het bedrijf gestapt. Ik ben
er gerust op en stop over
vijf jaar. Dan ga ik leven
van de jacht en de visvangst.
En dan word ik
lid van adviesraden van
jonge ondernemers die
ons geluk niet hadden en
geen bedrijf van pa
konden overnemen, maar
die toch keihard vooruit
willen. Een fijn plan,
toch?’
Bron :• https://www.knack.be/nieuws/